Aandacht voor vormgeving op zich is niet wat Bang & Olufsen uniek heeft gemaakt. Bij Bang & Olufsen wordt er nadrukkelijk gekeken naar de totale beleving van het apparaat door de gebruiker. Ovind Alexander Slaatto is van mening dat het inzetten van externen een slimme zet is. “Wij externen daarentegen worden gewaardeerd voor onze eigen inbreng. Bovendien worden we aangemoedigd kritisch te zijn, de directie een spiegel voor te houden. Ik vergelijk onze rol wel eens met die van de middeleeuwse nar. Niemand aan het hof durfde de koning de waarheid te zeggen, iedereen putte zich uit in vleierij, behalve de nar. Die werd er juist voor gewaardeerd.”
“De fabrikanten rekenen erop dat we met originele en werkbare ideeën komen en geven ons veel vrijheid die te realiseren. De Beosound Shape bijvoorbeeld, het modulaire systeem van speakers waarmee je aan de muur je eigen sculptuur kunt samenstellen, is een ontwerp van mij waarmee ik zelf naar Bang & Olufsen ben gestapt en waarvan men gezegd heeft: ‘Goed idee, werk het maar verder uit.’ Dit hele systeem – onze zelfstandigheid en vrijheid als designers, de ondersteuning door de overheid en de intensieve samenwerking met ondernemers – vormt de essentie van Deens Design.”
Een essentieel verschil tussen Bang & Olufsen en veel concurrenten is dat de Denen hun apparaten als een functioneel toestel met een grote decoratieve waarde voor het interieur zagen en de anderen niet. “Voor Samsung, Sony en Philips was en is beeld-of geluidsapparatuur simpelweg een technologisch product”, zegt Ovind Alexander Slaatto. “Dat is een heel ander uitgangspunt. Wanneer je zo naar producten kijkt, ga je toestellen ontwerpen met een korte levensduur, om er maar zoveel mogelijk van te kunnen verkopen, maar ook omdat technologische innovatie je dwingt tot steeds nieuwe series. De veroudering wordt soms opzettelijk ingebouwd, doordat een klein onderdeel het na enkele jaren begeeft en niet vervangen kan worden, waardoor de consument geen andere keus heeft dan een volledig nieuw apparaat aan te schaffen. Bang & Olufsen draait dat principe faliekant om. Een speaker kan nu zó worden ontworpen dat een technologische upgrade zonder veel moeite of kosten kan worden ingebouwd. Je behoudt de bekasting – het eigenlijke apparaat – en je vervangt slechts dat ene onderdeel dat technologisch verouderd is. In mijn ogen is dat een belangrijke stap voorwaarts op de weg naar een cradle-to-cradle economie.”
“Ik ben ervan overtuigd dat de aanpak van Bang & Olufsen de komende jaren steeds meer navolging zal vinden”, zegt Ovind Alexander Slaatto. “Dat heeft alles te maken met het succes van IKEA. De kwaliteit van de producten van dit merk is twijfelachtig, maar het design is wel degelijk geïnspireerd op de Scandinavische school. IKEA maakt grote groepen consumenten bekend met goede vormgeving en voor een kleine groep zal IKEA een opstapje betekenen naar mooi vormgegeven producten van betere merken. Bovendien beginnen de Sony’s en Samsungs de waarde te ontdekken van design dat van hun technologische product ook een interieurobject maakt, een evolutie die natuurlijk mede is ingegeven door het succes van dat andere designmerk, Apple. Tenslotte maakt ook het gedachtegoed van de circulaire economie langzaam maar zeker overal zijn opgang. Al die ontwikkelingen ondersteunen de marktpositie van Bang & Olufsen, want hoe meer de consument de duurzame waarde van deze manier van ontwerpen en produceren gaat ontdekken, hoe meer hij geneigd zal zijn te kiezen voor het merk dat dit principe al vanaf het begin hoog in het vaandel heeft staan.”
Tekst: Jeroen Kuypers
Fotografie: B&O
___
Ga voor meer informatie over Ovind Alexander Slaatto naar:
